Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [129]Wees borg voor Uw knecht ten goede; laat de hovaardigen mij niet onderdrukken. 129. Te weten, dat hem geen kwaad wedervaren zal, en handhaaf en bescherm hem tegen al zijne vijanden. Of, wees uwen knecht zoet, of lieflijk.